This way forward

#BCorpMonth staat dit jaar in het teken van de toekomst: 'This Way Forward', is het thema. Want een B Corp certificering is geen doel op zich, het is een uitnodiging om te blijven verbeteren. Hoe DO IT ORGANIC dat doet? We vroegen het CEO Hendrik Wijnen.

B Corp test vijf bedrijfsaspecten: bestuur, werknemers, gemeenschap, milieu en klanten. Op welke aspecten ligt voor DO IT ORGANIC de focus en waarom?

‘Gemeenschap, milieu en klanten. Gemeenschap omdat we boeren helpen bij de transitie van gangbaar naar biologisch telen. We betalen ze goede prijzen en verkopen hun producten in gebieden waar daar vraag naar is.

‘Milieu omdat biologische landbouw niet alleen goed is voor het milieu, maar ook voor de algehele gezondheid van mens, dier én de biodiversiteit.

Tot slot onze klanten, door er alles aan te doen om ze betrouwbare supply chains aan te bieden.

Natuurlijk vinden we onze werknemers ook belangrijk, we zijn heel trots op ze, maar dat vinden we niet meer dan normaal. Hetzelfde geldt eigenlijk voor bestuur. Onze focus ligt daar het minst. Niet omdat we het niet belangrijk vinden, maar omdat het een gegeven is binnen onze bedrijfsvoering: we doen alles zo puur en goed mogelijk en alleen gedreven doordat wij biologisch de norm willen maken. Dat is onze visie.’

Waar valt voor DO IT ORGANIC de meeste verbetering te halen en waarom?

‘Nou dat is eigenlijk best grappig. Door onze ‘groene’ bedrijfsmissie dachten we heel goed op weg te zijn qua duurzaamheid. Waren we op zich ook, wat uitvoering betreft. Door de B Corp beoordeling ontdekten we dat we een “blinde vlek” hadden voor de duurzaamheid in onze bedrijfsvoering. Daar is nog veel verbetering mogelijk, zo hadden we bijvoorbeeld nog geen energieverbruik doelstelling. Daar zijn we nu mee begonnen, het doel is om het komende jaar 5% minder gas en elektra te verbruiken.’

Hoe doen jullie dat?

‘We zijn druk aan het investeren. Een deel van onze producten komt uit de tropen en daar zitten sporadisch levende beestjes of eitjes in. Om dit te bestrijden wordt de rijst in onze recent gebouwde EcO2 kamers gezet waar ze op een natuurlijke wijze bestreden worden. Eerst lieten we dat extern doen, nu hebben we deze kamers intern waardoor dat transport en dus CO2 scheelt.’

‘Daarnaast nemen we onze transportmiddelen onder de loep. We doen nu bijvoorbeeld onderzoek naar treinlogistiek. Zie je het voor je? Een trailer kikkererwten op een trein uit Sicilië?

Hoe zit het met plastic?

‘We werden helemaal gek van al dat plastic! Maar ja, je ontkomt er niet altijd aan. Om een stapel pallets gaat wrapfolie om te zorgen dat het bij elkaar blijft. Nu gebruiken we vaker wrapfolie met gaten erin, zodat je toch minder plastic verbruikt. Daarnaast hebben we ook een plastic pers gekocht, daarmee persen we het plastic stukken compacter en hoeven er dus ook weer veel minder vrachtwagens te rijden om het plastic op te halen.’

Zijn er nog meer punten waar verbetering mogelijk is?

‘Zeker! Qua veiligheid en gezondheid voor onze werknemers hebben we al flinke stappen gezet, nu werken we aan een cultuurhandboek. Daarin bespreken we zaken die geregeld moeten worden, bijvoorbeeld op het gebied van inclusiviteit: dat er met de lunch ook halal en kosher opties zijn, dat je als moslim best op Hemelvaart en Pinksteren mag werken als je wil en juist op Suikerfeest vrij bent bijvoorbeeld. Maar ook omgangsvormen als: hoe snel reageren we op elkaars mails en Whatsappjes? De een vindt twee dagen wachten prima, de ander wil binnen een uur een antwoord. Het klinkt als iets kleins, maar het zijn hele fijne dingen om duidelijk te hebben.’

‘Daarnaast denk ik dat we voor onze klanten nog een slag kunnen slaan op het punt van beschikbaarheid, oftewel: minder vaak out of stock zijn. Een van de manieren om dat te doen is door nog meer van onze producten in Europa te sourcen, we gaan richting 50% in plaats van de 45% die het was.’

Wat is het belangrijkste toekomstplan van DO IT ORGANIC?

‘Bedrijfsgroei: verkopen in andere landen, zoals Amerika en nieuwe product categorieën aanbieden. Als we die groei kunnen realiseren, kunnen we ook meer projecten realiseren en zo de omschakeling van gangbaar naar biologisch versnellen.’

Wat is daarin het grootste obstakel?

De vraag naar biologische producten groeit gestaag over de lange termijn, maar blijft in een aantal landen (en met name Nederland) achter. Het doel van de Green Deal – dat getekend is door de EU – is om in 2030 25% van de landbouw biologisch te maken. Nederland zit pas op 4% en heeft een verlaagde doelstelling van 15% waar andere landen (Oostenrijk bv) boven de 25% zitten met hun doelstelling. Het stimuleren van de vraag naar biologische producten zullen we als sector voor elkaar moeten krijgen en we zien hele mooie voorbeelden van grote retailers die een fors deel van hun producten naar biologisch aan het omschakelen zijn. Het moet en zal lukken. Daar gaan we voor.’

Kies je taal